Maas Aartsen Mulde 1754 1810
Maas Aartsen (van Zomeren) Mulder is geboren op 9 januari 1754 in Elspeet.
VG 7 (1982) 262VG 7 (1982) 262
Hij werd gedoopt op 13 januari 1754 in Garderen en is de zoon van van Aart Maassen (zie tabblad hiernaast) en Hendrikje Jans
Zijn beroep was molenaar. (bron1)vandaar dat hij ook wel Mulder genoemd werd.
Maas trouwde 2x. De eerste keer met Aaltje Jans op 14 december 1783 te Garderen, hij was toen 29 jaar oud.
Ondertrouw 21.11.1783
Met attestatie naar Elspeet (Pub. VG 129)
Ze krijgen één zoon:
Aalt Maassen van Zomeren 1784-1868.
In 1783 werd Garderen getroffen door een ziekte 'dysenterie', waardoor van de totaal 124 inwoners ruim 70% ziek werd. 34 mensen zijn hieraan overleden. Ook het molenaarsgezin werd getroffen. Hendrikje Jans, de vrouw van de mulder, overleed, haar zoon Maas Aartsen van toen 30 jaar oud overleefde de ziekte en werd in 1790 molenaar te Elspeet. (bron1)
Maas Aartsen betaalt in 1785 Diaconie Garderen begrafenis (vermoedelijk Aaltje Jans)Bron: H. Knevel, Overledenen Garderen 1700-1810, Abbekerk, 1979 (bron 2)
Maas trouwt voor de 2e keer en ditmaal met Rijntje Jans (Bakker) 1 maart 1789 te Elspeet, hij was toen 35 jaar oud.
DTB Elspeet.
DTB Elspeet; ondertrouw 06.02.1789 Elspeet.
Op 9-5-1789 koopt Maas van Jacob Smit
'drie agtste minder een seeven en twintigste gedeelte in de molen, huys, hoff, houtgewasch, benevens in al het land (...) voor eene summa van sestien hondert guldens vrijgeld.'
Ook koopt hij op die dag van Mr. E.J. Ammon en vrouwe F.H. Pannecoek 'uyt de hand verkogt, gecedeert en getransporteert aan Maas Aartsen x Reyntjen Jans, ons geregte vierde part in de windkoornmoolen te Elspeet staande, benevens het huys en verder getimmer, hoff en molencampje met verdere land, soo en als de getransporteerders behoort of bij haar en pree decessuerens onder de molenpagt is gebruykt geweest ende zulks voor eene summa van dertien hondert en twintig guldens vrijgeld'.
Bron: ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 104v, dd. 09-05-1789.
Tot slot koop hij ook nog eens van Hendrik en Lysbeth Gangolven 'een vier en vijfftigste gedeelte in de Moolen, huys, hoff, houdgewassch, benevens al het land, als getransporteerders van haar in pagt hadden, als mede een negende part van 't land genaamt de buytenste Molenberg bij transportanten gebruykt geweest en zulks voor een summa van een hondert gulden vrijgeld'.
Bron: ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 105, dd. 09-05-1789.
Op Op 13-05-1789 Gaan Maas en Rijntje een boedelscheiding opmaken en leggen ze heea vast voor Maas zijn oudste kind uit het eerste huwelijk en Rijntje haar kind uit háár eerste
huwelijk (bron 2).
Kinderen uit dit huwelijk zijn:
Hendrik van Zomeren
Aart Maassen (van Zomeren) Mulder 1790-1838
Jan Maassen van Zomeren 1791-1794
Hendrikien Maassen van Zomeren 1793-1795
Hendrikien Maassen van Zomeren 1795-1839 (zie tabblad hiernaast)
Jannetjen Maassen van Zomeren 1796-1855
Jan Maassen van Zomeren 1802-1882
Op 7-4-1792 wordt er goed verdeeld en verkocht. Uit erfenis? .(bron 2)
De molen lijkt ook schade opgelopen te hebben door plundering van in Engelse soldij staande Coren en bijzonder door die van den Prins Rouan geleden door de ingezetenen van het dorp en carspel Elspeet in den jare 1795 in de maant Jan(uar)i. (bron 2).
Bron: GA Barneveld, Schadelijsten 1795.
Hij is overleden op 26 mei 1810 in Elspeet, hij was toen 56 jaar oud.
VG 12 (1987) 77.
DTB Elspeet.DTB Elspeet.
Hij is begraven op 30 mei 1810 in Elspeet.
Notities over Maas Aartsen (van Zomeren) Mulder (bron 2)
BS Ermelo ovl 1839 akte 80 d.d. 27.12.1839 (fiche 03120). Ook Mulder genoemd.
J.M. wonend te Garderen (1783), Elspeet (1789), molenaar te Elspeet (VG 7 (1982) 262). Bij huwelijk staat geboren te Garderen, wonende Elspeet.
Maas Aartsen, 30 jr, mulder te Garderen, herstelt 06.10.1783 na 7 dgn van de Rode Loop. (=dysenterie) Aaltje Jans, 28 jr, herstelt 01.10.1783 na 5 dgn (VG 5 (1980) 44).
Maas Aartsen betaalt in 1785 Diaconie Garderen begrafenis (vermoedelijk Aaltje Jans). (H.Knevel, ovl. Garderen 1700-1810, Abbekerk, 1979.
Geerfde te Vierhouten (1790).
Op 22-06-1775 hebben Barent Stevensz x Hendrikjen Aarts Drost, Willem Aartsen Drost x Geertjen Jansz, Jan Aartsen Drost x Rykjen Hendriks, Gerrits Aartsen Drost x Aaltje van der Woude, Evert Janssen x Aaltje Aartsen Drost, te zamen kinderen en erffgenamen van Aart Lubbertsen Drost en Geertjen Heymans, in leven ehelieden, publijk vercogt aan Jacob Jacobsen x Grietjen Otten en Dirk Otten, kinderen en erffgenamen van Rykje Dirks, weduwe van Otto Maassen en haren erven, een camp saayland kennelijk gelegen bij de Elspeter Moolen in kerspel Elspeet voor de summa van vijfftig guldens vrij geld. Geerfden zijn Jan Lutz, G. Winckels.
Bron: ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 64, dd. 22-06-1775.
Maas Aartsen, 30 jaar, mulder te Garderen, herstelt 6-10-1783 na zeven dagen van de "Rode Loop" epidemie. Aaltje Jans, 28 jaar, herstelt 1-10-1783 na vijf dagen van de "Rode Loop" epidemie.
Bron: VG 5(1980)44.
Maas Aartsen betaalt in 1785 aan de Diaconie van Garderen voor een begrafenis, waarschijnlijk die van Aaltje Jans.
Bron: H. Knevel, Overledenen Garderen 1700-1810, Abbekerk, 1979.
Op 9-5-1789 heeft Jacob Jacobsen Smit, weduwenaar van Grietjen Otten, pro se en als vader en voogd van zijne twee minder jarige kinderen verkogt, gecedeert en getransporteert aan Maas Aartsen x Reyntjen Jans, drie agtste minder een seeven en twintigste gedeelte in de molen, huys, hoff, houtgewasch, benevens in al het land als bij tweede getransporteerde en wijlen haar eerste man en voorzaaten en wijlen Beert Croes in pagt is gebruykt geweest en zulks voor eene summa van sestien hondert guldens vrijgeld. Zijnde vrij allodiaal goed niet beswaart dan met zijne ordinaire verpondinge en verdere lasten, coperen als voor een gelijk aandeel eygenaren zijnde en betaalt wordende. Geerfden zijn R. Reyniers, L. Bunskerken.
Bron: ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 104, dd. 09-05-1789.
Op 9-5-1789 hebben Mr. E.J. Ammon x vrouwe F.H. Pannecoek uyt de hand verkogt, gecedeert en getransporteert aan Maas Aartsen x Reyntjen Jans, ons geregte vierde part in de windkoornmoolen te Elspeet staande, benevens het huys en verder getimmer, hoff en molencampje met verdere land, soo en als de getransporteerders behoort of bij haar en pree decessuerens onder de molenpagt is gebruykt geweest ende zulks voor eene summa van dertien hondert en twintig guldens vrijgeld, zijnde vrij allodiaal goed, niet beswaart dan met sijne ordinaire lasten coperen als voor een groot gedeelte eygenaren zijnde bekend en door hen betaald. Geerfden zijn R. Reyniers, L. Bunskerken.
Bron: ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 104v, dd. 09-05-1789.
Op 9-5-1789 hebben Hendrik en Lysbeth Gangolven pro se en als erfgenamen van wijlen haare broeders Beert en Jan, welke tusschen de koop en het transport overleden zijn, verkogt en kragt deses gecedeert en getransporteert aan Maas Aartsen x Reyntjen Jans, een vier en vijfftigste gedeelte in de Moolen, huys, hoff, houdgewassch, benevens al het land, als getransporteerders van haar in pagt hadden, als mede een negende part van 't land genaamt de buytenste Molenberg bij transportanten gebruykt geweest en zulks voor een summa van een hondert gulden vrijgeld. Zijnde vrij allodiaal goed, niet beswaart dan met zijn ordinaire verpondinge en verdere lasten koperen bekend. Geerfden zijn Beert Janssen Mouw, J.E. Frens.
Bron: ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 105, dd. 09-05-1789.
Op 13-05-1789 compareren Maas Aartsen weduwnaar van Aaltje Jans ter eenre en Merten Evers en Cornelis Aartsen voogden over zijn onmundig kind ter andere sijde een om een magescheyd (=boedelscheiding) op te richten. Het betreft de boedel soo dese ehelieden te samen hebben bezeten en door Aaltje Jans stervende nagelaten is.
De ongereede goederen deses boedels gewardeert op 2803-11-.
de gereede goederen op 306-8-.
Het gereede geld en obligatie bedragende 1008-.-.
samen 4171-19-.
Gedecorteert de schulden cap. 7 te zien 50-.-.
Rest zuijver 4121-19-.
Door rendant van inventaris was aangebragt 1600-.-.
En door de overledene 1560-.-.
samen 2150-.-.
Affgetrokken van de bovenstaande waarde des boedels gewonnen 1971-19-.
waar van de halvscheyd bedraagt 985-19-8.
Hierbij gerekent dat de moeder had aangebragt ad 1550-.-.
beloopt des kinds portie 2535-19-8.
maar vermits hetselve moet missen de donatie bij huwelijkse voorwaarden aan de vader besproken ad 400-.-.
blijvt 's kinds portie zuyver 2135-19-8.
Tot voldoeninge van welk montant aan het onmundige kragt deses worden gecedeert
Een derde in een erff onder Garderen bouwman Aart van Drie, getaxeeert op 367-.-.
Een vierde in een erff te Speulde onder Ermel, bruyker T. Derksen ad 500-.-.
En twee en een halve mergen Mehenland onder Nijkerk ad 1250-.-.
En neemt de vader aan bij meerderjarigheijt van het kind te zullen suppleren 18-19-8, uijtmakende des kinds portie ad 2135-19-8. Zijnde 's moeders klederen cap. 8 genoteert aan de voogden overgegeven, terwijl de vader aanneemt tegens genot der opkomsten het kind te zullen alimenteren en van de schulden te bevrijden. Het linnen is egaal gedeeld, soo zijn aan de vader overgelaten en worden gecedeert 1/16 in de Gardersche moolen, 1/5 in 't erf daar H. Janssen woond, 1/16 in het huys het Clooster alle onder Garderen, 1/9 in een erf te Drie bruyker G. Lubbers onder Ermel en 1/24 in een plaatsje bewoont door G. Hendriks onder Meerveld, voorts alle de gereede goederen, gelden en obligatien, blijvende ten sijnen laste de schulden deses boedels. Mageschydsvrinden zijn Hendrick Franken, Willem Woutersen, Wulf Riksen, B.C. Rasink.
Bron: ORA 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 41, 41v, dd. 13-05-1789.
Op 13-5-1789 compareren Reyntjen Jans, weduwe van Derk Otten, geassisteert met Maas Aartsen ter eenre en Jacob Jacobsen en Ot Janssen voogden over haar eenig kind bij gezijde haar eheman verwekt ter anderen zijde om een mageschyd op te richten. Het betreft den boedel zoo die ehelieden samen hebben bezeten en de man stervende heeft nagelaten.
De ongereede goederen deses boedels bedragen volgens inventaris 2201-5-.
De gereede goederen zijn getaxeert op 577-6-.
Hier bij gerekent de contanten en inschulden 2152-0-.
En dus te zamen bedragende 4930-11-.
waarvan afgetrokken de schulden 151-0-.
het zuyvere moutant blijvt 4779-11-.
waar van een ieders helvte beloopt 2389-15-8.
Conform welke balance aan de eerste condividente gecedeert en overgelaten worden een vierde in de Elspeter Moolen en onderhorig land getaxeert op 1600-0-. gelijk mede alle de gereede goederen, contanten, obligatien en inschulden deses boedels, blijvende tot deses laste alle de uytschulden. En dewijl het linnen onderlings egaal verdeelt is, soo word bij dese aan het kind gecedeert anderhalv Lot in de Uddeler Heegden geschat op 376-5-. alsmede den Moolenhof ad 225-0-. En neemd de moeder aan, aan het kind meerderjarig geworden zijnde te zullen toegeven 1788-10-8, uytmakende also des boedels halvscheyd f 2389-15-8. Waartoe eerste condividente onder verband van haar perzoon sig verbind bij desen, ook om het kind tegens genot van de inkomsten te zullen alimenteren en van de schulden bevrijden. Terwijl des vaders kleederen en cleijnodien aan de voogden zijn overgegeven en daar tegens de moeder de haare behouden heeft. Mageschydsvrienden zijn H.H. van Asselt, Evert Hermsen, Jan Beertsen Mouw, Rick Gerritsen.
Bron: ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 105v, 106, dd. 13-05-1789.
Op 7-4-1792 verklaren Rutger Gerritsen x Merritjen Gerrits, Teunisjen Wouters, weduwe van Klaas Hesselsen, Gerrit Hendriksen x Gerritjen Hendriks, Aalt Hesselssen, Maas Aartsen x Reyntjen Jans, Willem Wouterssen x Aaltjen Willems, Wulff Riksen, Evert Klaassen en Emmetjen Klaassen op den 25e april des jaars 1790, uyt de hand verkogt te hebben en alnu getransporteert aan Jan Gerbertsen x Maartjen Klaassen, een hoekje hofland met een zaadbergge en eenige boomen om dat land, gehoort hebbende onder het erff en huys daar Hendrik Janssen laast in gewoond en dat gebruykt heeft en waar van het overige op den 2e september des gemelde jaars in verschijde parceelen aan de differente koperen in het openbaar is verkogt geworden, zijnde dit hoffland etc gelegen in den ampte van Barneveld kerspels en dorp Garderen en dat voor de summa van twee hondert guldens vrijgeld. Geerfden zijn Teunis Klaassen, Cornelis Aartsen.
Bron: ORA 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 42, 42v, dd. 07-04-1792.
Op 7-4-1792 verklaren dezelfden op den 2e september des jaars 1791 verkogt te hebben en alnu getransporteert aan Aart Hesselsen en zijn erven. een huys, hoff en schuyr, staande en gelegen in dorp Garderen, thans in pagt gebruykt wordende bij Hendrik Janssen, doende jaarlijks in de ordinaris verpondinge 0-10-0, en dat voor de summa van twee hondert en vijfftig guldens, mitsgaders een hoekje bouwland den langen akker genaamt N 8, doende jaarlijks in de ordinaris verpondinge 0-4-0, gelegen als voren en dat voor vijfftig guldens en dus te zamen voor 300 guldens vrijgeld, zijnde vrij allodiaal goed. Geerfden zijn Teunis Klaassen, Cornelis Aartsen.
Bron: ORA 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 42v, 43, dd. 07-04-1792.
Op 7-4-1792 verklaren dezelfden op den 2e september des jaars 1791 ingevolge conditien van publicque veylinge, verkogt te hebben en alnu getransporteert aan Maas Riksen en zijn erven een hoekje lands gelegen in den ampte van Barneveld, kerspels en dorp Garderen in de Westeneng, belend ten oosten de Pastorie en ten westen Hendrik Franken zijnde vrij allodiaal goed, doende jaarlijks in de ordinaris verpondinge 0-10 op de conditien vermelt en dat voor de summa van een hondert en eene gulden vrij geld. Geerfden zijn Teunis Klaassen, Cornelis Aartsen.
Bron: ORA 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 43v, 44, dd. 07-04-1792.
Op 7-4-1792 verklaren dezelfden op in gevolge conditien van publique veylinge op den 2e september 1791 verkogt te hebben en alnu getransporteert aan Grietjen Aarts, weduwe van Hendrik Franken en haar erven, twee gewenden bouwland agter den boer zijn camp, gelegen in den ampte van Barneveld kerspels Garderen, zijnde vrij allodiaal goed, doende jaarlijks in de ordinaris verpondinge 0-10 en dat voor de summa van een hondert negen en dertig guldens vrij geld. Geerfden zijn Teunis Klaassen, Cornelis Aartsen.
Bron: ORA 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 45v, 46, dd. 07-04-1792.
Op 7-4-1792 verklaren dezelfden in gevolge conditien van publique veylinge op den 2e september 1791 verkogt te hebben en alnu getransporteert aan Hendrikjen Hendriks, weduwe van Cornelis Damen, 1) ongeveer twee gewenden lands, gelegen in kerspel en dorp Garderen aan de Zollerweg, zuydwaarts aan 't land van Evert Klassen, zijnde vrij allodiaal goed doende dit perceel jaarlijks in de ordinaris verpondinge 0-4-. En dat voor de summa van twee en zeventig guldens. 2) Een hoek bouwland genaamt den Broodakker gelegen als voren, geland westwaarts Wulff Rikssen en oostwaarts Hendrik Franken, zijnde ook allodiaal goed, doende jaarlijks in de ordinaris verpondinge 0-4- en dat voor de summa van vijfftig guldens, en 3) Twee hoekjes lands, 't eene genaamt 't Geer langs de Meervelderweg en het andere het akkertje langs de Oudendorperweg, zijnde ook vrij allodiaal goed en gelegen als voren, niet beswaart en dat voor vier en zeventig guldens, dus te zamen voor een hondert en ses en negentig guldens vrijgeld. Geerfden zijn Teunis Klaassen, Cornelis Aartsen.
Bron: ORA 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 46, 46v, dd. 07-04-1792.
Lijst van geleden schaden door plundering van in Engelse soldij staande Coren en bijzonder door die van den Prins Rouan geleden door de ingezetenen van het dorp en carspel Elspeet in den jare 1795 in de maant Jan(uar)i.
Bron: GA Barneveld, Schadelijsten 1795.
Bronnen:
- https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-06908-n
- https://www.genealogieonline.nl/genealogie-zwanepol/I26683.php
- https://www.myheritage.nl/research/collection-10838/genealogieonline-stambomen-index?itemId=29587317&action=showRecord